Christa en Margreet | Leerkracht Montessorischool

Kunnen jullie ons in het kort uitleggen wat het montessorionderwijs precies inhoudt?
Margreet: “Maria Montessori heeft een aantal uitspraken die heel kenmerkend zijn. ‘Help mij het zelf te doen’ staat bij mij echt bovenaan. Wij helpen de kinderen om de dingen die ze leren daadwerkelijk zelf te kunnen doen.”

Christa: “Ja, die is mooi. Ik ben zelf erg gehecht aan: ‘Door het kind naar een nieuwe wereld’. Opvoeden tot een betere wereld. Kennismaken met andere culturen en werelddelen. Met elkaar werken aan wereldvrede. Kinderen zien de wereld als iets heel groots. Dat is natuurlijk ook zo. Daarom werken we al van jongs af aan vanuit het grote geheel naar het deel. Stapsgewijs van wereld naar Europa, naar Nederland, naar Zuid-Holland, naar Noordwijk, jouw huis, jouw gezin, helemaal naar jou zelf.”

Margreet: “In de middenbouw behandelen we altijd de oerknal; het ontstaan van het heelal, de aarde, etc., waarbij je dan uiteindelijk bij jezelf uitkomt. Zo snapt elk kind dat het deel uitmaakt van een groter geheel.”

Christa: “Ze leren hiermee ook dat ze voor de wereld moeten zorgen. Iedereen neemt ook altijd een plantje mee naar school, om voor te zorgen. Sowieso gaat veel aandacht uit naar hoe je omgaat met elkaar en met alles om je heen.”

Margreet: “Alles in dit klaslokaal is belangrijk voor ons onderwijs. De voorbereide omgeving valt of staat met de leerkracht.”

 

De voorbereide omgeving?
Margreet: “Ja, ons lokaal noemen wij de voorbereide omgeving en is zo ingericht dat het uitnodigt om met de materialen aan de slag te gaan. De kinderen kunnen alles zelf pakken en terugleggen en hebben hiervoor de leerkracht vaak niet nodig. Wat natuurlijk weer past bij ‘Help mij het zelf te doen’.”

 

Hoe komt het toch dat sommige mensen denken dat montessorionderwijs zweverig is of zonder kaders? Dat kinderen altijd mogen doen waar ze zelf zin in hebben.
Christa: “Ik denk toch omdat mensen te weinig kennis hebben en zich er niet volledig in verdiepen. Er zijn veel boeken en inderdaad, veel daarvan zijn moeilijk te lezen, maar inmiddels is er een aantal echt interessante en goed leesbare boeken, zoals ‘Montessori thuis’ en ‘Montessori nu’.”

Margreet: “Ik krijg ook vaak de vraag: ‘Moet mijn kind naar een montessorischool?’ Dan zeg ik altijd: Op welke school zie jij je kind acht jaar? Wat past bij jouw kind? Ik woon zelf in Hillegom, maar ik gun mijn zoontje toch het Montessorionderwijs in Noordwijk. Volg je gevoel, zou ik zeggen.“

Wat maakt het voor jullie een mooi concept?
“Onder andere het werken in bouwen”, roepen zij in koor… “ ‘1,2’, ‘3,4,5’ ‘6,7,8’. Kinderen helpen elkaar, met lezen, met het pakken van werkjes etc. Je bent een keer de jongste, de middelste en de oudste. Die rollen zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een kind en niet elke thuissituatie biedt dat. Hier gebeurt dit wel en kinderen zijn echt zichtbaar trots als ze een keer de oudste zijn!”

 

Hoe lang werken jullie hier al en is dit jullie eerste montessorischool?
Christa: “Dit is mijn 2e schooljaar hier. Ik ben begonnen in april. Dat is wel gek hoor, midden in het jaar. Maar ik zat echt niet meer op mijn plek en toen ik hier kwam, voelde ik me meteen thuis. Zo fijn was dat! Hier mocht ik mezelf opnieuw uitvinden, heerlijk. Ik kan me niet voorstellen dat ik op een reguliere basisschool zou werken. Ik ken zelf geen andere onderwijsvorm dan Montessori. Basisschool, middelbare, zelfs de Pabo bood direct de Montessori certificering.”

Margreet: “Ik ken het reguliere onderwijs wel. Ik zat vroeger op een ‘gewone basisschool’ en heb uiteindelijk na de Pabo anderhalf jaar invalwerk gedaan. Er was geen vaste baan te krijgen, dus verving ik constant zwangerschapsverloven, ook in Den Haag, op een Montessorischool in de onderbouw. Tip van mijn ouders, ook allebei leerkracht, maar dan in het speciaal onderwijs. Na de zomer kon ik gelukkig blijven. Hoewel ik er tegenop zag om weer naar school te gaan, ben ik direct gestart met de Montessoriopleiding. Er ging echt een wereld voor me open. Dit is leuk! Zo kon het ook… Zelfs mijn examenstukken vond ik heerlijk om te doen. Toen de examinator ervan baalde dat ze haar fototoestel niet mee had, was ik wel trots, haha. Ik heb daar uiteindelijk negen jaar in de onderbouw gewerkt. Daarna was het echt wel even tijd voor iets anders. Na drie jaar middenbouw op nog steeds die school in Den Haag, kwam ik hier terecht. Gestart in de onderbouw en nu werkzaam in de middenbouw. Helemaal op mijn plek.”

 

Met welke montessorimaterialen werk jij het liefste en waarom?
Christa: “Ik ben echt een liefhebber van het grote telraam. Daarmee kun je rekenen tot een miljoen. Mijn favoriete les is het grote wisselspel met het gouden materiaal. Je gebruikt dan éénen, tienen, honderden en duizenden, lekker op een kleedje. En dan maar inwisselen voor grotere getallen, tot je niet meer verder kunt. Als kind vond ik het al leuk en nu nog!”

Margreet: “Ik word helemaal blij van ‘woordbenoemen’ met de gekleurde taaldozen. Kinderen beginnen dan met het benoemen van het lidwoord en zelfstandig naamwoord; mensen, dieren, dingen. Daar beginnen ze in groep 3 al mee. Wat vooral heel makkelijk is, is dat er symbolen aan gekoppeld zijn voor de herkenbaarheid. Het is ook gewoon mooi, dat maakt het extra fijn om mee te werken.”

 

Doe je dit dan klassikaal? Hoe werkt dat als je met bouwen werkt?
“Nee, niet iedereen doet tegelijkertijd dezelfde lessen. Er zijn landelijke doelen, maar bij ons geldt ook: vrijheid in gebondenheid. Hoe doelen worden bereikt, is voor ieder kind anders. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de leerkracht, maar we geven het kind ook veel eigen verantwoordelijkheid.

We houden met name de ontwikkellijn goed in de gaten. Elk materiaal geeft verdieping en verbreding. Dus als een kind voorloopt geeft dat niet. Geen kind is gemiddeld, dat bestaat niet. Samen vorm je het gemiddelde. Neem de bekende Roze toren; als we hiermee werken focussen we ons in de onderbouw op groot en klein, in de middenbouw meten we de inhoud en in de bovenbouw ga je hier nog verder op door.”

Het lijkt erop dat veel gevisualiseerd wordt, klopt dat?
“Zeker! We werken vaak van concreet naar abstract, zodat het kind gaandeweg veel herkent en goed kan plaatsen. Naamgeving is hierbij belangrijk. Elk kind speelt met cilinders, maar weinig kinderen weten dat het zo heet. Wij noemen een rondje ook geen rondje, maar een cirkel. Deze term wordt namelijk als je wat groter bent in het onderwijs gebruikt, dus waarom eerst een andere naam aan iets geven?”

 

Welke toegevoegde waarde hebben deze materialen ten opzichte van het reguliere onderwijs?
Christa: “Ik heb geen idee, ik weet niet hoe dat eruit ziet, het reguliere onderwijs.”

Margreet: “Ik heb wel op het regulier onderwijs gezeten. Pas tijdens mijn stage viel me op dat álle kinderen állemaal dezelfde bladzijde moesten opzoeken en állemaal dezelfde rekenles moesten maken. Extra opdrachten of verdieping zijn er dan wel, maar ook dan maken we allemaal hetzelfde. Opeens stond het me tegen, ik zag dat kinderen het hier lastig mee hadden.”

Christa: “Nee, dat staat mij ook echt niet aan. Er zijn zoveel manieren waarop je kunt leren. Daar kun je de materialen ook nog eens op afstemmen. Hoe is het met de motoriek, kan het kind al werken met kleine kralen of gaan we voor grote stokjes? Waar voelt het zich prettig bij? Veiligheid is belangrijk. Zo vind je in de onderbouw vaak heel herkenbare dingen van thuis terug: een eigen tafel en stoel (in een reguliere kleuterklas heb je dat niet), je eigen plantje, een gietertje, dingen die je herkent en je snel thuis laten voelen.”

 'Toen ik hier kwam, voelde ik me meteen thuis.'

 

En hoe geef je dan les? Allemaal dezelfde lesstof staat jullie niet aan en past ook niet binnen het onderwijsconcept, maar hoe werkt het dán bij jullie?
Margreet: “Is het tijd voor kosmisch onderwijs, dan geef ik aan waar de les over zal gaan. Wil je daar iets over leren, dan kom je er lekker bij zitten. Jij maakt dan als kind de keuze en blijft er dan ook bij.”

Christa: “Precies. En als je later wilt aansluiten omdat het toch wel interessant klinkt, sluit je alsnog aan. Tussendoor weglopen mag niet. Heb je ervoor gekozen om de les niet te volgen, maar ben je toch wel benieuwd naar wat er besproken is? Dan kan elk kind terecht bij de aandachtstafel. Daar staat altijd iets over wat we die les behandeld hebben.”

Margreet: “Als we merken dat een kind nooit aansluit, dan noemen we voorafgaand aan de les een aantal namen op van kinderen die de les moeten volgen en vragen we wie er verder nog wil aansluiten. En soms heeft een kind gewoon even persoonlijke aandacht nodig en geven we individueel les. Dan komen ze opeens helemaal los, mooi om te zien is dat.”


Wat zou je tegen collega’s willen zeggen die twijfelen om over te stappen naar een montessorischool?
Christa: “Kom kijken! Niet om vluchtig een rondje te lopen. Nee, ga zitten in een klas en kijk. Observeren is hier echt het sleutelwoord, dan doen we eindeloos.”

Margreet: “En doe dit een paar dagen lang. Pas dan heb je echt een goede indruk. Laat je niet afschrikken door alle materialen. Alles komt voorbij in de opleiding en die is echt heel leuk en goed te doen naast je baan. Er gaat echt een wereld voor je open, geloof me.”

Welke situatie in het onderwijs is je altijd bijgebleven en waarom?
Christa: “Bij mij in de klas zat een jongetje en zijn vader was ongeneeslijk ziek. We wisten allemaal dat hij kwam te overlijden. In de kleedkamer van het zwembad, ze kregen toen nog zwemles vanuit school, ontstond er zo’n bijzonder gesprek. Eén van zijn klasgenootjes zei: mijn vader werkt in het ziekenhuis, die kent veel mensen, ze kunnen je vader vast nog wel beter maken. Op de vloer van die kille kleedkamer, startte een kringgesprek waarin alle vragen werden gesteld waar normaal geen ruimte voor gevoeld werd. Het was zo ontroerend. Zelf was ik vijf jaar daarvoor mijn moeder aan kanker verloren, dus het kwam bij mijzelf ook enorm binnen. De volgende dag was het kerst en mocht iedereen een wens doen voor iemand anders. De eerste kleuter zei: ik wens dat alle kinderen wensen dat de ‘vader van’ niet dood gaat. En een voor een wensten ze dat, 24 kinderen achter elkaar. Dat was heel indrukwekkend. Het jongetje waarvan de vader ziek was, was er niet bij. Die ochtend was hij bij zijn vader en het bleek later dat hij op het moment dat wij allemaal een wens deden, overleed. Ik vergeet het nooit meer. Kinderen zijn de basis van magie. Als een kind iets bijzonders doet, slaat mijn hart over.”

Margreet: “De puurheid van kinderen is zo mooi. Ze voelen heel veel aan en zijn altijd eerlijk. Ook vorig jaar. Mijn eerste zoontje is na zijn geboorte overleden en ik was heel verdrietig. Toch heeft de structuur van werken en het bij de kinderen zijn, mij erg geholpen na mijn verlof. Heel veel extra knuffels heb ik gekregen of je hoort opeens ‘Je mag best even huilen hoor, juf’. Zo lief en uit het hart gegrepen. Dat zijn kinderen!”